Hoofdstuk 6. Japan capituleert

uit Hoofdstuk 6. Japan capituleert

 

Na zeker drie lange jaren honger, ziekte en angst werden de kampgeïnterneerden bevrijd. Japan had in augustus 1945 gecapituleerd na de ontreddering van het land door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. De bevrijde kampgevangenen ervoeren dat als een zegen: eindelijk verlost en vrij. Onmiddellijk veranderde de houding van hun Japanse bewakers. Ze leken beschaamd en doodsbang, sommigen hadden zichtbaar gehuild van schaamde over de vernedering van hun grote keizerrijk.

Jenny's moeder die altijd enorme angst had voor de willekeur van de Japanse kampbewaarders voelde de ommekeer, ze dorst af en toe verlicht adem te halen en een jap te passeren zonder diep te buigen. Wel liep ze er nog steeds, met Jenny stevig aan de hand, in een grote boog omheen. Vrij waren ze! Binnenkort zouden ze de poort van het kampterrein kunnen uitlopen! Dat duurde echter langer dan ze had gedacht.

Pas veel later werden de gruwelijke gevolgen van de atoombommen in hun volle omvang duidelijk. Desondanks heeft deze gebeurtenis, die leidde tot hun bevrijding, voor veel van deze voormalige gevangenen in de jappenkampen nog steeds een gouden rand, weliswaar met een bittere nasmaak.

Hoewel de wurgende angst voor de jap voorbij was, konden de vrouwen niet zomaar naar buiten. Het was levensgevaarlijk voor hen. Pop, de moedige kampoudste, waarschuwde de vrouwen vooral niet zomaar te vertrekken. Ze was zelf naar buiten gelopen en had met eigen ogen gezien dat er buiten het kamp een Nederlandse vrouw op de grond lag, bebloed, kleren van het lijf gescheurd, waarschijnlijk dood. Om haar heen stonden jonge 'vrijheidsstrijders 'opgewonden te schreeuwen: "Blanda busuk! Merdeka! Bersiap!"  

….… .. . . . .

Vreselijke taferelen waren er van lijken in de kali's (rivieren), die rood kleurden van het bloed. Verhalen van kinderen die in de ijskast waren gestopt en zo gestikt werden. Mensen die in het bijzijn van hun echtgenoten verminkt en afgeslacht werden, en daarna in de put werden gegooid. Vrouwen, kinderen, zelfs baby's werden het slachtoffer van de Bersiap in het vacuüm tussen de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 en de vorming van een nieuw gezag voor Indonesië.

De ex-gedetineerde Nederlanders werden weer de kampen in gedreven, nu onder gezag van het Rode Kruis, vooral voor hun eigen veiligheid.

Hoewel de situatie daar nu veel beter was - geen afranselingen of buigingen, meer te eten Rode Kruis erbij - was dit voor hen een levensgevaarlijke en frustrerende periode van weer gevangenschap. Jenny en haar moder die schurft en ook oedeembenen had als gevolg van het slechte, magere, eenzijdige eten, werden opnieuw geïnterneerd, nu in het kamp Madiun.

….…. . . . . .